Natuurrijke Bokkentocht bij de Reynaertstappers te Sinaai
Het was al enkele jaren geleden dat ik in Sinaai ging stappen. De 24ste Bokkentochten, een organisatie van de plaatselijke Reynaertstappers lijkt me een leuke afsluiter van het wandelweekend. De parochie Sinaai werd in 1217 van Waasmunster gekoppeld, waarna het in 1219 door Joanna van Constantinopel een rechthoekig stuk grond, de Dries ten geschenke kreeg. Op het grasveld diagonaal doorkruist door voetpaden treffen we middenin een vrijheidsboom. De statige zomereik dateert naar verluidt rond de Belgische onafhankelijkheid. De start treffen we dan ook wat verder gelegen in de Parochiezaal.
Sinaai kende een woelige geschiedenis. Ten tijde van Lodewijk XIV werd het dorp door Franse plunderaars volledig platgebrand. Ook aan het einde van de 18de eeuw kende het dorp enige tumult. Op 23 oktober 1798 kwamen er zowat 1.200 boeren en andere opstandelingen bijeen. Ze zouden slag gaan leveren in Sint-Niklaas tegen de Fransen. Gelukkig ontsnapte Sinaai aan een totale verwoesting dank door de schone boerendochter Maria-Sofie Duerinckx. Ze wierp zich voor de Franse kapitein Claudius Per en voorkwam zo verdere onheil. Door deze daad van zelfopoffering ging de jonge vrouw de geschiedenis in als ‘ de heldin van Sinaai’. Kort hierna volgde een trouwfeest , waarna ze samen 11 kinderen kregen.
Sinai(1197) en Sinay (1298) dat zijn spellingen die ook in historieboekjes staan. ‘Sin’ zou met ‘zwijn’ te maken hebben en de heerlijkheid Zwaanaarde, nu een wijk, zou vroeger Zwinaarde geheten hebben. ‘Aai’ of ‘aa’ is een synoniem voor rivier. U hoort echter ook te weten dat in de 9de eeuw op de berg Sinaï bij Egypte, het stoffelijke overschot van Catharina van Alexandrië werd ontdekt; de heilige Catharina is de patrones van Sinaai. Slikkers (gierigaard) is één van de spotnamen voor de Sinaainaren die ook wel schinkeleters worden genoemd. Bijnamen nopen tot zelfspot en de magere taaie bokken schragen al een hele poos het plaatselijke carnavalgebeuren; de Simnaaise bokken fuiven er in het voorjaar fameus op los. En de veekoopmannen van weleer gaven mogelijk aanleiding tot het inrichten van de boerenmarkt, die nu elke zaterdagnamiddag op de Dries wordt gehouden. Al rond 1819 zou wekelijks in Snaai een markt voor eieren en boter plaatsgehad hebben.
Eenmaal gestart ontwaren we recht voor ons , de Sint-Catherinakerk met omliggend kerkhof. De oudste delen van deze dateren uit de 14° eeuw. Ook de dorpskern loont de moeite waard voor een verkenning. Langs tal van prachtige gebouwen komen we het dorp uit via de plaatselijke sportterreinen. Een strookje groen langs een vliedende beek neemt ons hierna op sleeptouw , amper twee kilometer verder mogen we reeds een eerste maal rusten in zaal Toon.Er wacht ons een ruime lus van bijna 10 kilometer. Daar wat bebouwing monden we uit aan het station van Sinaai. Een druk bezaaid pad voert verder langs spoorlijn 56. De stations van Sinaai en Belsele liggen amper van elkaar verwijderd. Markant hierbij is dat het station van Sinaai, eigenlijk op het grondgebied van Belsele ligt. Een misrekening , god zal het weten. Doch gezien station Belsele reeds bestond moest het nieuwe station een andere naam meekrijgen en werd het zodoende Sinaai. We blijven weliswaar een tijdlang de spoorlijn in rechte lijn volgen, tot een brokkenpad soelaas brengt. Het is er volop genieten van een prachtig stuk Waasland natuur. Talloze paden tussen het overheersende groen en een heerlijk wandelweertje onder een stralende zon weten ons te charmeren. Inmiddels laten fladderende vlinders en zoemende bijen zich van hun beste kant zien. Tot een smal pad ons terug de woonkern inloodst andermaal op zoek naar zaal Toon. Een prachtige lus hadden we achter de kiezen , eentje die nooit wist te vervelen , doch door het prachtige wandelweer wel onze keel ietwat liet uitdrogen.
Genieten inmiddels van een verfrissing terug mijmerend over de heerlijke kilometers die deze Reynaerttocht reeds boden. En ook hierna worden we rijkelijk verwend met heerlijke paden kriskras door het land van Reynaert en Canteclaer. Een rustige bosdoorsteek laat ons kort hierna uitmonden aan de Boskapel, ook wel in de volksmond ’t kapelleke van de Bezehoek genaamd. In de streek is het een veel bezocht bedevaartsoord, oorspronkelijk was het een klein stenen kapel gericht naar het noorden en haaks op de wegel plaats biedend voor zeven personen. Merkwaardig is dat tijdens de eerste wereldoorlog de inwoners van Sinaai, Belsele en het gehucht Puivelde er alle dagen kwamen bidden voor de jongens aan het IJzerfront. Zeven mensen hebben zelfs geen enkele dag van de oorlog op het appel onderbroken.
Intussen dienen we de wandelomloop wel te delen met enkele mountainbikers. De smalle paden lenen zich er niet altijd toe, maar we trachten beiden hoffelijk ons sport te beoefenen. Een teken dat dit werkelijk ook kan. Een brokkenpad zet ons tenslotte af in de loods van familie d’Haese. Waarna we ons opmaken voor de laatste zeven kilometer. We stappen aanvankelijk het gehucht Puivelde op. Eenmaal het centrum gedwarst nemen opnieuw landelijke wegen de bovenhand. Langs slingerende nostalgische kasseiwegen lopen we verder genietend van de prachtige natuur die de Waaslandstreek rijk is. Meer dan tevreden bereiken we opnieuw de Sinaai’se parchiezaal. Tijd om na te genieten met een lekkere Sinaaise bok , een lekker streekbiertje van hoge gisting.
Tekst Ides Codde
Geef een reactie